Ontwikkelingen per strategische stroom
We hebben vijf grondstofstromen geselecteerd waarin we voor onszelf een grote rol zien. Dat zijn voor ons strategische stromen.
Of we zamelen ze zelf in, of er is voldoende volume in de Meerlandenregio om invloed te hebben op de keten, dan wel zelf een keten op te zetten. En voor deze stromen is er voldoende klantvraag om een hoogwaardige verwerking van de grondstoffen te kunnen inrichten, tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten. Het is onze ambitie om voor deze vijf stromen de komende jaren de materiaalkringloop, het liefst regionaal, te sluiten. Deze stromen zijn:
- Bio-grondstoffen, waaronder GFTE, snoeihout en grassen;
- Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparaten (AEEA);
- Plastic, Blik en Drankkartons (PBD);
- Textiel;
- Luiers en incontinentiemateriaal.
Bio-grondstoffen
In West-Nederland is een tekort aan verwerkingscapaciteit van Groente-, Fruit-, en Tuinafval (GFT) en groenafval uit de openbare ruimte. De verwachting is dat dit tekort de komende jaren verder toeneemt. Er worden meer woningen gebouwd in deze regio, maar bovendien gaan bewoners hun afval steeds beter scheiden, waardoor er meer GFT ingezameld wordt. Ook vanuit de landbouw neemt de vraag naar hoogwaardige verwerking van organisch materiaal toe, evenals de vraag naar compost van hoogwaardige kwaliteit. Wij onderzoeken daarom de haalbaarheid van de ontwikkeling van een nieuwe verwerkingsinstallatie in de Duin- en Bollenstreek.
De komende jaren zetten wij vooral in op het maken van energie uit onze organische reststromen. Op kleine schaal is het ook mogelijk om zogenaamde biocomposieten uit deze stroom te halen, als basismateriaal voor producten zoals verkeersborden. Daarnaast blijven we nieuwe manieren zoeken om deze stroom hoogwaardiger toe te passen en onderzoeken we de haalbaarheid van een experimenteerlaboratorium voor upcycling van organische reststromen.


De piramide van waarde en de Ladder van Moerman zijn bruikbare vuistregels bij het nemen van beslissingen over de hoogwaardige toepassingen van reststromen
Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparatuur (AEEA)
Wij sorteren en demonteren elektrische apparaten voordat ze elders verwerkt worden. Hiermee bieden wij regionaal werkgelegenheid en kunnen we een schone grondstof aanbieden aan de verwerker. Dit doen wij samen met Midwaste en Wecycle. Op deze manier vergroten wij de recycling en verkleinen wij de CO2-uitstoot en transportbewegingen. Deze werkzaamheden zijn uitermate geschikt voor sociale arbeidsparticipatie en re-integratie.
Er is in Nederland te weinig transparantie in de verwerking van AEEA. Hierdoor is onvoldoende duidelijk hoeveel AEEA er daadwerkelijk gerecycled wordt en dus hoe circulair AEEA is. Om aan de wettelijke inzameldoelstellingen (65% hergebruik) te voldoen en om AEEA daadwerkelijk circulair te maken, is gezamenlijke inzet nodig van de producenten. 80% van de producenten heeft zich aangesloten bij het nieuwe samenwerkingsverband stichting Organisatie Producentenverantwoordelijkheid E-waste Nederland (OPEN). Meerlanden werkt samen met deze stichting.

Plastic, Blik en Drankkartons (PBD)
Om verpakkingen (plastic, blik en drankkartons) te recyclen, is een overeenkomst gesloten tussen de gemeente en de producenten van die verpakkingen, vertegenwoordigd in het Afvalfonds. Via de raamovereenkomst Verpakkingen 2013-2022 ontvangen gemeenten een vergoeding voor de inzameling van verpakkingen. Met ingang van 2015 zijn de taken voor gemeenten uitgebreid en zijn zij ook verantwoordelijk geworden voor het sorteren en vermarkten van de gesorteerde verpakkingen. De Meerlanden gemeenten hebben zich voor deze nieuwe taken aangesloten bij de regieorganisatie Midwaste/HVC.

Het ministerie van I&W, het afvalfonds en de VNG maakten in 2019 nieuwe afspraken voor de raamovereenkomst Verpakkingen 2013-2022. Die moeten leiden tot meer duidelijkheid over de samenstelling van plastic, blik en drinkpakken (PBD) en een nieuwe systematiek voor kostenvergoedingen vanaf 2020. Hierdoor wordt het voor gemeenten interessanter om blik bij het PBD in te zamelen, in plaats van bij het restafval. Gemeenten Bloemendaal, Diemen, Heemstede en Haarlemmermeer kozen hier in 2020 voor. De overige gemeenten deden dit al sinds 2015, toen de verantwoordelijkheid voor de inzameling en het doen verwerken en op de markt zetten bij de gemeenten kwam te liggen.
Als gevolg van deze ontwikkelingen zijn in 2020 de activiteiten na het inzamelen (sorteren en vermarkten) ondergebracht in een nieuwe organisatie, namelijk een publiek-private samenwerking tussen het Afvalfonds en Regie Kunststoffen Nederland (RKN, voortzetting van regieorganisatie Midwaste/HVC). Voor de inzameling van PBD ontvangen de gemeenten een vergoeding. Deze splitsing tussen inzameling en de activiteiten na inzameling, sluit beter aan op de praktijk en vermindert het financieel risico voor gemeenten.
Voor de activiteiten die Meerlanden uitvoert met betrekking tot PBD is er niets veranderd. Wij verzorgen nog steeds inzameling voor de aandeelhoudende gemeenten. Voor RKN verzorgen wij de overslag, het transport en de sortering van PBD voor de gemeenten in onze regio, waaronder ook Katwijk en Teylingen. In 2020 is de fusiegemeente Noordwijk bij het regiemodel aangesloten.
Textiel
Het hergebruik van kleding staat onder druk omdat de kwaliteit afneemt. Dat komt enerzijds omdat de kwaliteit van het geproduceerde textiel lager wordt en anderzijds door vervuiling tijdens de inzameling. Daarnaast nam ook de vergoeding voor textiel af. Deze ontwikkelingen hebben een rem gezet op initiatieven voor hergebruik en recycling van textiel. Om de kwaliteit van de ingezamelde grondstof te verhogen, willen wij de komende jaren de resterende ondergrondse containers bij gemeenten vervangen door voorlossende bovengrondse containers. De afgelopen drie jaar hebben wij vastgesteld dat de kwaliteit van het textiel in die containers aanzienlijk hoger is en daarmee een hogere waarde behoudt. Bovendien biedt deze manier van inzamelen werk aan medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt. Wij adviseren onze gemeenten om deze ambitie op te nemen bij het formuleren van nieuw VANG-beleid.

Luiers en incontinentiemateriaal Als bewoners het huishoudelijk afval goed scheiden, dan vormen luiers en incontinentiemateriaal de laatste afvalstroom met een aanzienlijk aandeel in het restafval. Door luiers apart te recyclen neemt de milieubelasting af en worden waardevolle grondstoffen behouden. Belangrijk aandachtspunt bij de luierrecycling is de volksgezondheid. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft een protocol opgesteld voor de veilige verwerking en toepassing van materialen van luiers en incontinentiemateriaal. Op dit moment is er in Nederland één installatie voor recycling van luiers. De verwerkingscapaciteit van deze installatie is volledig benut. Bovendien staat deze recyclinginstallatie in het oosten van Nederland. Vanuit de Metropoolregio Amsterdam (MRA) is in 2020 een marktverkenning uitgevoerd naar de luierrecycling in de regio. In 2021 bespreken wij de uitkomsten van deze marktverkenning met onze gemeenten en inventariseren we hun wensen ten aanzien van luierrecycling. Op basis daarvan adviseren wij over een passende (regionale) luierrecycling.