1 Algemene grondslagen van de waardering en resultaatbepaling van de geconsolideerde jaarrekening. (bedragen x € 1.000,-)

Deze jaarrekening heeft betrekking op het boekjaar 2020, dat is geëindigd op balansdatum 31 december 2020.

Activiteiten van de onderneming

De Meerlanden Holding N.V. KvK nr. 34098938, statutair gevestigd te Rijsenhout, kantoorhoudend aan de Aarbergerweg 41 te Rijsenhout, heeft als doel ten behoeve van publiekrechtelijke rechtspersonen werkzaam te zijn op het gebied van de inzameling van afval- en reststromen, de verwerking van organisch afval en de daarmee verbonden opwekking van groengas en warmte, alsmede op het gebied van straatreiniging, gladheidbestrijding en beheer van de openbare ruimte. De rapportage wordt opgesteld in euro, en de bedragen worden in duizendtallen uitgedrukt.

Continuïteit

Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. COVID-19 heeft geen verdere invloed op deze veronderstelling.

Gevolgen van COVID-19 voor onze bedrijfsactiviteiten 

De COVID-19 pandemie en de maatregelen die door de overheid naar aanleiding daarvan zijn genomen om het virus in te perken beïnvloeden de bedrijfsvoering van Meerlanden en heeft ook enige impact gehad op ons resultaat na belastingen en op onze financiële positie.

De rijksoverheid heeft de afvalinzameling en -afvoer aangemerkt als één van de cruciale beroepsgroepen die nodig is om de samenleving draaiende te houden. Gegeven dit feit heeft een groot deel van onze activiteiten zoveel mogelijk doorgang kunnen vinden. Dat waarborgt onze inkomsten. Wij hebben om die reden dan ook geen gebruik hoeven te maken van de steunmaatregelen van de Rijksoverheid.

Onze materiële vaste activa worden voor het grootste deel ingezet voor de afvalinzameling, -afvoer en GFT-verwerking. Dat betekent dat Corona niet leidt tot extra risico’s op bijzondere waardeverminderingen van deze activa.

Grondslagen voor de jaarrekening

De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven zijn door de Raad voor de Jaarverslaggeving.

De vennootschappelijke winst-en-verliesrekening van De Meerlanden Holding N.V. is op grond van artikel 402 Titel 9 Boek 2 BW op verkorte wijze opgesteld.

Gebruik van schattingen

Bij toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt het bestuur van De Meerlanden Holding N.V. zich verschillende oordelen en schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. De feitelijke uitkomsten kunnen van deze schattingen afwijken. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Indien het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de desbetreffende jaarrekeningposten.

De volgende waarderingsgrondslagen zijn naar de mening van het management het meest kritisch voor het weergeven van de financiële positie en vereisen schattingen en veronderstellingen:

  • Boekwaarde installaties van de vergister;
  • Voorzieningen.

Consolidatie

De Meerlanden Holding N.V. staat aan het hoofd van een groep rechtspersonen. In de geconsolideerde jaarrekening van De Meerlanden Holding N.V. zijn de financiële gegevens verwerkt van de tot de groep behorende maatschappijen. Groepsmaatschappijen zijn rechtspersonen en vennootschappen waarover een overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend of waarover de centrale leiding wordt gevoerd. Groepsmaatschappijen worden betrokken in de consolidatie vanaf de datum waarop sprake is van overheersende zeggenschap of centrale leiding. Vanaf de datum dat geen sprake meer is van overheersende zeggenschap of centrale leiding wordt de groepsmaatschappij niet langer meer opgenomen in de consolidatie.

De verkrijgingsprijs bestaat uit het geldbedrag of het equivalent hiervan dat is overeengekomen voor de verkrijging van de overgenomen onderneming vermeerderd met eventuele direct toerekenbare kosten. Indien de verkrijgingsprijs hoger is dan het nettobedrag van de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva wordt het meerdere als goodwill geactiveerd onder de immateriële vaste activa. Indien de verkrijgingsprijs lager is dan het nettobedrag van de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva, dan wordt het verschil (negatieve goodwill) als overlopende passiefpost opgenomen.

Transacties van betekenis met verbonden partijen worden toegelicht voor zover deze niet onder normale marktvoorwaarden zijn aangegaan. Hiervan wordt toegelicht de aard en de omvang van de transactie en andere informatie die nodig is voor het verschaffen van het inzicht. Als verbonden partij worden alle rechtspersonen, natuurlijke personen en overige maatschappijen aangemerkt waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend.

Wanneer sprake is van een belang in een joint venture, dan wordt dat belang proportioneel geconsolideerd. Van een joint venture is sprake indien als gevolg van een overeenkomst tot samenwerking de zeggenschap door de deelnemers gezamenlijk wordt uitgeoefend.

De geconsolideerde jaarrekening omvat de financiële gegevens van De Meerlanden Holding N.V. en haar groepsmaatschappijen. In de geconsolideerde jaarrekening zijn de onderlinge aandelenverhoudingen, schulden, vorderingen en transacties geëlimineerd. Tevens zijn de resultaten op onderlinge transacties tussen groepsmaatschappijen geëlimineerd voor zover de resultaten niet door transacties met derden buiten de groep zijn gerealiseerd en er geen sprake is van een bijzondere waardevermindering.

In de geconsolideerde jaarrekening zijn de volgende vennootschappen opgenomen:

    Statutaire    
Vennootschap Aandeel vestigingsplaats Consolidatie  
De Meerlanden Afvalinzameling en Reiniging B.V. 100% Rijsenhout volledig  
De Meerlanden Infrabeheer B.V. 100% Rijsenhout volledig  
De Meerlanden Compostering B.V. 100% Rijsenhout volledig  
De Meerlanden Bedrijfsafval B.V. 100% Rijsenhout volledig  
JJM Heemskerk B.V. 100% Noordwijkerhout volledig  
Kringloopbedrijf De Meerlanden B.V. 100% Rijsenhout volledig  
Meerlanden Circulaire Economie B.V. 100% Rijsenhout volledig  
Meerlanden B.V. 100% Rijsenhout volledig  
Groengas Haarlemmermeer vof 50% Rijsenhout proportioneel  

Groengas Haarlemmermeer vof wordt aangemerkt als een joint venture. Met de andere vennoot wordt de zeggenschap gezamenlijk uitgeoefend. Het relatieve aandeel in de activa, verplichtingen en het resultaat is in de consolidatie betrokken.

Waarderingsgrondslagen van groepsmaatschappijen en andere in de consolidatie opgenomen rechtspersonen zijn waar nodig gewijzigd om aansluiting te krijgen bij de geldende waarderingsgrondslagen voor de groep.

Financiële instrumenten

Financiële activa en financiële verplichtingen worden in de balans opgenomen op het moment dat contractuele rechten of verplichtingen ten aanzien van dat instrument ontstaan. Financiële instrumenten omvatten handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, afgeleide financiële instrumenten (derivaten), handelsschulden en overige te betalen posten. In de jaarrekening zijn de volgende categorieën financiële instrumenten opgenomen: handelsportefeuille (financiële activa en financiële verplichtingen), overige vorderingen en overige financiële verplichtingen.

2 Grondslagen voor waardering van activa en passiva

Algemeen

De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op verkrijgings- of vervaardigingsprijs, tenzij anders vermeld. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar worden in acht genomen voor zover zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van het voorgaande jaar, met uitzondering van de toegepaste stelsel- en schattingswijzigingen zoals opgenomen in de desbetreffende paragrafen.

Activa en passiva worden tegen historische kostprijs opgenomen, tenzij anders vermeld in de verdere grondslagen. Een actief of verplichting wordt niet langer in de balans opgenomen indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle rechten op economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot het actief of de verplichting aan een derde zijn overgedragen. De resultaten van de transactie worden in dat geval direct in de winst-en-verliesrekening opgenomen, rekening houdend met eventuele voorzieningen die dienen te worden getroffen in samenhang met de transactie.

Een actief wordt in de balans verwerkt wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de onderneming zullen toevloeien en het actief een kostprijs of een waarde heeft waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Activa die hier niet aan voldoen worden niet in de balans verwerkt, maar worden aangemerkt als niet in de balans opgenomen activa.

Een verplichting wordt in de balans verwerkt wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag waartegen de afwikkeling zal plaatsvinden op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld. Onder verplichtingen worden mede voorzieningen begrepen. Verplichtingen die hier niet aan voldoen worden niet in de balans opgenomen, maar worden verantwoord als niet in de balans opgenomen verplichtingen.

Vreemde valuta

De posten in de jaarrekening van de groepsmaatschappijen worden gewaardeerd met inachtneming van de valuta van de economische omgeving waarin de groepsmaatschappij haar bedrijfsactiviteiten voornamelijk uitoefent (de functionele valuta). De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in euro’s; dit is zowel de functionele als de presentatievaluta. Er zijn geen transacties in vreemde valuta gedurende de verslagperiode in de jaarrekening verwerkt.

Immateriële vaste activa

Immateriële vaste activa worden in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige voordelen die dat actief in zich bergt, zullen toekomen aan de onderneming en de kosten van dat actief betrouwbaar kunnen worden vastgesteld.

De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs onder aftrek van afschrijvingen. Er wordt rekening gehouden met bijzondere waardeverminderingen die op balansdatum worden verwacht.

Kosten van immateriële vaste activa anders dan intern gegenereerde activa, waaronder octrooien en licenties, worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs en lineair afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur, die varieert van 3 tot 8 jaar.

Materiële vaste activa

Materiële vaste activa worden in de balans verwerkt indien het waarschijnlijk is dat de toekomstige prestatie-eenheden met betrekking tot dat actief zullen toekomen aan de onderneming en de kosten van het actief betrouwbaar kunnen worden vastgesteld.

Bedrijfsgebouwen en -terreinen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs plus bijkomende kosten of vervaardigingsprijs onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de geschatte toekomstige gebruiksduur, rekening houdend met een eventuele restwaarde. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Er wordt rekening gehouden met de bijzondere waardeverminderingen die op balansdatum worden verwacht.

Overige vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs inclusief direct toerekenbare kosten, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de verwachte toekomstige gebruiksduur en bijzondere waardeverminderingen. Rekening houdend met een eventuele restwaarde. De vervaardigingsprijs bestaat uit de aanschaffingskosten van grond- en hulpstoffen en kosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de vervaardiging inclusief installatiekosten.

Voor de afschrijvingen worden de volgende termijnen gehanteerd:

Bedrijfsgebouwen   10 tot 25 jaar   Installaties 3 tot 25 jaar
Rollend materieel   4 tot 10 jaar   Overige bedrijfsmiddelen 3 tot 15 jaar

De kosten van gepland onderhoud dat erop is gericht de oorspronkelijke prestatie van het actief te handhaven of te herstellen, worden geactiveerd als onderhoudscomponent van het actief en afgeschreven tot de datum van de eerstvolgende geplande onderhoudswerkzaamheden van de betreffende component, rekening houdend met een eventuele restwaarde.

Financiële vaste activa

Deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode (nettovermogenswaarde). Wanneer 20% of meer van de stemrechten uitgebracht kan worden, wordt ervan uitgegaan dat er invloed van betekenis is.

De eerste waardering van gekochte deelnemingen is gebaseerd op de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva op het moment van acquisitie. Voor de vervolgwaardering worden de grondslagen toegepast die gelden voor deze jaarrekening, uitgaande van de waarden bij eerste waardering. Indien de waardering van een deelneming volgens de nettovermogenswaarde negatief is, wordt deze op nihil gewaardeerd. Indien en voor zover De Meerlanden Holding N.V. in deze situatie geheel of gedeeltelijk instaat voor de schulden van de deelneming, dan wel het stellige voornemen heeft de deelneming tot betaling van haar schulden in staat te stellen, wordt hiervoor een voorziening getroffen.

Deelnemingen waarop geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Als resultaat wordt in aanmerking genomen het in het verslagjaar gedeclareerde dividend van de deelneming, waarbij niet in contanten uitgekeerde dividenden worden gewaardeerd tegen reële waarde.

De nettovermogenswaarde wordt berekend volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening; voor deelnemingen waarvan onvoldoende gegevens beschikbaar zijn voor aanpassing aan deze grondslagen, wordt uitgegaan van de waarderingsgrondslagen van de desbetreffende deelneming.

De niet geconsolideerde deelnemingen waarin invloed van betekenis op het zakelijk en financieel beleid kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen de netto vermogenswaarde.

De onder financiële vaste activa opgenomen overige vorderingen omvatten verstrekte leningen en overige vorderingen, alsmede gekochte leningen die tot het einde van de looptijd zullen worden aangehouden. Deze vorderingen worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde. Vervolgens worden deze leningen gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Indien er bij de verstrekking van leningen sprake is van disagio of agio, wordt dit gedurende de looptijd ten gunste respectievelijk ten laste van het resultaat gebracht als onderdeel van de effectieve rente. Bijzondere waardeverminderingen worden in mindering gebracht op de winst-enverliesrekening.

Latente belastingvorderingen worden opgenomen voor verrekenbare fiscale verliezen en voor verrekenbare tijdelijke verschillen tussen de waarde van de activa en passiva volgens fiscale voorschriften enerzijds en de in deze jaarrekening gevolgde waarderingsgrondslagen anderzijds, met dien verstande dat latente belastingvorderingen alleen worden opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er toekomstige fiscale winst zal zijn waarmee de tijdelijke verschillen kunnen worden verrekend en verliezen kunnen worden gecompenseerd. De berekening van de latente belastingvorderingen geschiedt tegen de op het einde van het verslagjaar geldende belastingtarieven of tegen de in komende jaren geldende tarieven, voor zover deze al bij wet zijn vastgesteld. Latente belastingvorderingen worden gewaardeerd op nominale waarde.

Financiële instrumenten

Alle in de balans opgenomen afgeleide financiële instrumenten zijn gewaardeerd tegen de (geamortiseerde) kostprijs. Derivaten worden bij eerste opname in de balans opgenomen tegen reële waarde, de vervolgwaardering van afgeleide financiële instrumenten (‘derivaten’) is afhankelijk van het feit of het onderliggende van het derivaat beursgenoteerd is of niet. Indien het onderliggende beursgenoteerd is, dan wordt het derivaat tegen reële waarde opgenomen. Indien het onderliggende niet-beursgenoteerd is, wordt het derivaat tegen kostprijs of lagere marktwaarde opgenomen. De wijze van verwerking van waardeveranderingen van het afgeleide financieel instrument is afhankelijk van of er met het afgeleide financiële instrument hedge-accounting wordt toegepast of niet. Meerlanden past kostprijs hedge-accounting toe. Op het moment van aangaan van een hedgerelatie, wordt dit door de vennootschap gedocumenteerd. De vennootschap stelt door middel van een test periodiek de effectiviteit van de hedgerelatie vast. Dit kan gebeuren door het vergelijken van de kritische kenmerken van het hedge-instrument met die van de afgedekte positie, of door het vergelijken van de verandering in reële waarde van het hedge-instrument en de afgedekte positie. Meerlanden past kostprijshedge-accounting toe voor de renteswaps die ervoor zorgen dat bepaalde variabel rentende schulden worden omgezet in vastrentende leningen. Het ineffectieve deel van de waardeverandering van de renteswaps worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening onder de financiële baten en lasten.

Een financieel instrument wordt niet langer in de balans opgenomen indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle rechten op economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot de positie aan een derde zijn overgedragen. Financiële instrumenten (en afzonderlijke componenten van financiële instrumenten) worden in de geconsolideerde jaarrekening gepresenteerd in overeenstemming met de economische realiteit van de contractuele bepalingen.

Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als de onderneming beschikt over een deugdelijk juridisch instrument om het financiële actief en de financiële verplichting gesaldeerd af te wikkelen en de onderneming het stellige voornemen heeft om het saldo als zodanig netto of simultaan af te wikkelen.

Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa

De vennootschap beoordeelt op iedere balansdatum of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroom genererende eenheid waartoe het actief behoort. Van een bijzondere waardevermindering is sprake indien de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde van een actief is gelijk aan de hoogste waarde van de verkoopprijs minus de verkoopkosten of de bedrijfswaarde.

De bedrijfswaarde van een actief wordt bepaald op basis van de contante waarde van de geschatte toekomstige kasstromen. Voor activa die geen zelfstandige kasstromen genereren en afhankelijk zijn van de kasstromen van andere activa of groepen activa, wordt de realiseerbare waarde bepaald voor de kasstroom genererende eenheid waarvan de betreffende activa deel uitmaken. Een kasstroom genererende eenheid is de kleinst identificeerbare groep activa die zelfstandig kasstromen genereert welke grotendeels onafhankelijk zijn van de kasstromen uit andere activa of groepen van activa. Kasstroom genererende eenheden worden onderscheiden op basis van de economische samenhang tussen activa en het genereren van externe kasstromen en niet op basis van afzonderlijke juridische entiteiten. Jaarlijks wordt beoordeeld of er aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen. Een bijzondere waardevermindering wordt opgenomen indien de boekwaarde van de activa of de kasstroom genererende eenheid waartoe de activa behoren, hoger is dan de realiseerbare waarde. De boekwaarde wordt dan teruggebracht tot de realiseerbare waarde. Bijzondere waardeverminderingen worden ten laste van het resultaat gebracht.

Indien wordt vastgesteld dat een bijzondere waardevermindering die in het verleden verantwoord is, niet meer bestaat of is afgenomen, dan wordt de toegenomen boekwaarde van de desbetreffende activa niet hoger gesteld dan de boekwaarde die bepaald zou zijn indien geen bijzondere waardevermindering voor het actief zou zijn verantwoord.

Bij financiële activa die gewaardeerd zijn tegen geamortiseerde kostprijs wordt de omvang van de bijzondere waardevermindering bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de best mogelijke schatting van de toekomstige kasstromen, contant gemaakt tegen de effectieve rentevoet van het financiële actief zoals die is bepaald bij de eerste verwerking van het instrument. Het waardeverminderingsverlies dat daarvoor opgenomen was, dient te worden teruggenomen indien de afname van de waardevermindering verband houdt met een objectieve gebeurtenis na afboeking. De terugname wordt beperkt tot maximaal het bedrag dat nodig is om het actief te waarderen op de geamortiseerde kostprijs op het moment van de terugname, als geen sprake geweest zou zijn van een bijzondere waardevermindering. Het teruggenomen verlies wordt in de winst-en-verliesrekening verwerkt.

Voorraden

De voorraden worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijzen onder toepassing van de FIFO-methode (first in, first out) of lagere opbrengstwaarde.

De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs onder aftrek van direct toerekenbare verkoopkosten. Bij de bepaling van de opbrengstwaarde wordt rekening gehouden met de incourantheid van de voorraden.

Vorderingen

Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Handelsvorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs onder aftrek van een waarde correctie in verband met verwachte oninbaarheid. Op het moment van definitieve oninbaarheid vindt daadwerkelijke afboeking van de vordering en de bijbehorende voorziening plaats. Overige vorderingen en overlopende activa worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde en vervolgens tegen geamortiseerde kostprijs onder aftrek van een waarde correctie in verband met mogelijke oninbaarheid, die rechtstreeks in mindering op de boekwaarde wordt gebracht.

Liquide middelen

Liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde en bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen.

De liquide middelen staan ter vrije beschikking van de onderneming.

Langlopende en kortlopende schulden

Schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. De rentedragende verplichtingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. De binnen een jaar vervallende aflossingsverplichtingen op langlopende verplichtingen worden afzonderlijk gepresenteerd onder de kortlopende schulden.

Overige schulden

De overige schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Na de eerste verwerking worden de overige schulden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. Dit benadert de nominale waarde.

Pensioenen

De pensioenregeling wordt uitgevoerd door ABP (Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds) en kwalificeert als een toegezegde pensioenregeling op basis van middelloon. De vennootschap heeft geen verplichting tot een aanvullende bijdrage in geval van tekorten bij de pensioenfondsen. Daardoor gedraagt de regeling zich voor de vennootschap feitelijk als een toegezegde bijdrageregeling en is ook als zodanig in onderhavige jaarrekening verantwoord. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terug storting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Nog niet betaalde premies worden als verplichting op de balans opgenomen. De pensioenlast bestaat bij een toegezegde bijdrageregeling uit de premies over het lopende jaar, welke verwerkt worden volgens de verplichtingenbenadering. De dekkingsgraad van het ABP bedraagt per 31 december 2020 93,2% (2019: 97,8%). De pensioenaanspraken zijn in 2020 niet gekort en niet geïndexeerd.

Voorzieningen

Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen.

De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld.

De voorziening jubilea wordt opgenomen tegen de contante waarde van de verwachte uitkeringen gedurende het dienstverband. Bij de berekening van de voorziening wordt onder meer rekening gehouden met de verwachte salarisstijgingen en de blijfkans.

De voorziening vanwege loondoorbetaling bij arbeidsongeschiktheid wordt opgenomen tegen de contante waarde van de op balansdatum bestaande verplichtingen tot het doorbetalen van beloningen aan voormalige personeelsleden die op balansdatum geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschiktheid zijn. Bij de berekening van de voorziening wordt onder meer rekening gehouden met de verwachte ontwikkeling van de mate van arbeidsongeschiktheid in de toekomst.

Een voorziening uit hoofde van claims, geschillen en rechtsgedingen wordt gevormd indien het waarschijnlijk is dat de onderneming in een procedure zal worden veroordeeld. De voorziening betreft de beste schatting van het bedrag waarvoor de verplichting kan worden afgewikkeld.

Voor in de toekomst te betalen belastingbedragen uit hoofde van verschillen tussen commerciële en fiscale balanswaarderingen wordt een voorziening getroffen ter grootte van de som van deze verschillen vermenigvuldigd met het geldende belastingtarief. Op deze voorziening worden in mindering gebracht de in de toekomst te verrekenen belastingbedragen uit hoofde van beschikbare voorwaartse verliescompensatie, voor zover het waarschijnlijk is dat de toekomstige fiscale winsten beschikbaar zullen zijn voor belastingen. Indien de boekwaardes van activa en verplichtingen ten behoeve van de financiële verslaggeving afwijken van hun fiscale boekwaardes, is sprake van tijdelijke verschillen. Voor belastbare tijdelijke verschillen wordt een voorziening latente belastingverplichtingen getroffen.

De waardering van latente belastingverplichtingen wordt gebaseerd op de fiscale gevolgen van de door de vennootschap op balansdatum voorgenomen wijze van realisatie of afwikkeling van zijn activa, voorzieningen, schulden en overlopende passiva. Latente belastingverplichtingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde.

3 Grondslagen voor de bepaling van het resultaat

Algemeen

Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de opbrengstwaarde van de geleverde prestaties en de kosten en andere lasten over het jaar. De opbrengsten op transacties worden verantwoord in het jaar waarin zij zijn gerealiseerd. Het resultaat wordt tevens bepaald met inachtneming van de verwerking van ongerealiseerde waardeveranderingen van op reële waarde gewaardeerde afgeleide financiële instrumenten die niet zijn aangemerkt als afdekkingsinstrument. 

De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Opbrengsten worden verantwoord indien alle belangrijke risico’s met betrekking tot de handelsgoederen zijn overgedragen aan de koper.

Realisatie tijdstip

De winsten op transacties zijn verantwoord in het jaar waarin ze zijn gerealiseerd en de verliezen in het jaar waarin ze voorzienbaar en redelijkerwijs bepaalbaar zijn. De transacties worden als gerealiseerd beschouwd op het moment van levering

Netto omzet

Onder netto omzet wordt verstaan de opbrengst uit leveringen van diensten onder aftrek van de belastingen die over de omzet worden geheven. Verantwoording van opbrengsten uit de levering van diensten geschiedt naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten.

Opbrengsten uit het verlenen van diensten worden opgenomen in de netto-omzet tegen de reële waarde van de ontvangen of te ontvangen vergoeding, na aftrek van tegemoetkomingen en kortingen.

Opbrengsten uit het verlenen van diensten worden in de winst-en-verliesrekening verwerkt wanneer het bedrag van de opbrengsten op betrouwbare wijze kan worden bepaald, de inning van de te ontvangen vergoeding waarschijnlijk is, de mate waarin de dienstverlening op balansdatum is verricht betrouwbaar kan worden bepaald en de reeds gemaakte kosten en de kosten die (mogelijk) nog moeten worden gemaakt om de dienstverlening te voltooien op betrouwbare wijze kunnen worden bepaald. 

Indien het resultaat van een bepaalde opdracht tot dienstverlening niet op betrouwbare wijze kan worden bepaald, worden de opbrengsten verwerkt tot het bedrag van de kosten van de dienstverlening die worden gedekt door de opbrengsten.

Kostprijs uitbesteed werk en andere externe kosten

Hieronder zijn begrepen de ten behoeve van de bedrijfsopbrengsten gemaakte kosten, voor zover deze kosten door derden in rekening zijn gebracht en niet zijn aan te merken als kosten van grond- en hulpstoffen, te weten de kosten aan verwerking en transport van afvalstoffen en door derden verleende diensten. Afvalstoffen met een positieve waarde zijn op de verwerkingskosten in mindering gebracht.

Personeel

Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst-en-verliesrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Meerlanden heeft alle pensioenregelingen verwerkt volgens de verplichtingenbenadering. De over het verslagjaar verschuldigde premie wordt als last verantwoord.

De beloningen van het personeel worden als last in de winst-en-verliesrekening verantwoord in de periode waarin de arbeidsprestatie wordt verricht en, voor zover nog niet uitbetaald, als verplichting op de balans opgenomen. Als de reeds betaalde bedragen de verschuldigde beloningen overtreffen, wordt het meerdere opgenomen als een overlopend actief voor zover er sprake zal zijn van terugbetaling door het personeel of van verrekening met toekomstige betalingen door de vennootschap.

Voor de beloningen met opbouw van rechten, sabbatical leave en bonussen worden de verwachte lasten gedurende het dienstverband in aanmerking genomen. Een verwachte vergoeding ten gevolge van bonusbetalingen worden verantwoord indien de verplichting tot betaling van die vergoeding is ontstaan op of vóór balansdatum en een betrouwbare schatting van de verplichtingen kan worden gemaakt. Toevoegingen aan en vrijval van verplichtingen worden ten laste respectievelijk ten gunste van de winst-en-verliesrekening gebracht.

Kosten

De kosten worden bepaald volgens de historische uitgaafprijzen en worden toegerekend aan de perioden waarop zij betrekking hebben. Materiële vaste activa worden vanaf het moment van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Over terreinen wordt niet afgeschreven. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de toekomstige gebruiksduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast.

Rentebaten en rentelasten

Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen.

Belastingen

Op 1 januari 2016 is de ‘Wet modernisering vennootschapsbelastingplicht overheids-ondernemingen’ in werking getreden. Dat betekent dat in principe over het geconsolideerde nettoresultaat van Meerlanden vennootschapsbelasting moet worden betaald. De wet biedt Meerlanden de mogelijkheid beroep te doen op een aantal vrijstellingen waardoor een groot deel van het geconsolideerde nettoresultaat vrijgesteld wordt van belastingheffing.

De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst-en- verliesrekening, rekening houdend met beschikbare, fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief.

Belastingen omvatten de over de verslagperiode verschuldigde en verrekenbare winstbelastingen en latente belastingen. De belastingen worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen, behalve voor zover deze betrekking hebben op posten die rechtstreeks in het eigen vermogen worden opgenomen, in welk geval de belasting in het eigen vermogen wordt verwerkt, of op overnames

Overheidssubsidsidies

Exploitatiesubsidies worden als baten verantwoord in de winst-en-verliesrekening in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen. Subsidies met betrekking tot investeringen in materiële vaste activa worden in mindering gebracht op het desbetreffende actief en als onderdeel van de afschrijvingen verwerkt in de winst-en-verliesrekening.

4 Grondslagen voor de opstelling van het geconsolideerd overzicht van kasstromen

Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan alleen uit de liquide middelen. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest, ontvangen dividenden en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Betaalde dividenden zijn opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten. Transacties waarbij geen instroom of uitstroom van kasmiddelen plaatsvindt, zijn niet in het kasstroomoverzicht opgenomen.

5 Beheersing van financiële risico’s

Algemeen

De Meerlanden Holding N.V. maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van financiële instrumenten die de groep blootstellen aan markt- en/of kredietrisico’s. Het betreft financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen. De groep houdt geen afgeleide financiële instrumenten aan voor handelsdoeleinden.

Kredietrisico

De vorderingen op handelsdebiteuren waarover kredietrisico wordt gelopen, € 817 (2019 € 778), zijn ultimo 2020 voor circa 8,6% geconcentreerd bij 6 debiteuren. Ultimo 2019 was dit 9,0% geconcentreerd bij eveneens 6 debiteuren. Op de handelsvorderingen op gemeenten wordt beperkt kredietrisico gelopen.

Renterisico

Het renterisico van de groep komt voort uit de rentedragende schulden. De langlopende rentedragende schulden kennen een vast rentepercentage gedurende de resterende looptijd. Voor de kortlopende schulden aan kredietinstellingen geldt een rente gebaseerd op Euribor plus een risico-opslag. Per balansdatum zijn er geen kortlopende schulden aan kredietinstellingen.

Kasstroomrisico

De onderneming loopt renterisico over de rentedragende vorderingen en schulden en herfinanciering van bestaande financieringen. Voor vorderingen en schulden met variabel rentende renteafspraken loopt de onderneming risico ten aanzien van toekomstige kasstromen en met betrekking tot vast rentende leningen reële waarde risico. Per balansdatum kennen alle langlopende leningen een vast rentepercentage.

Liquiditeitsrisico

Het liquiditeitsrisico is het risico dat de groep niet aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen. Het liquiditeitsrisico is gezien de beschikbare kredietruimte bij de banken, de omvang van de handelsdebiteuren en de stand van de liquide middelen eind 2020 laag. Het liquiditeitsrisico wordt beheerst door het opstellen van periodieke kasstroomprognoses en deze maandelijks te monitoren.

Hedge accounting

Meerlanden waardeert haar interest derivaten tegen geamortiseerde kostprijs. Indien op balansmoment de marktwaarde van het interest derivaat beneden geamortiseerde kostprijs is, wordt er voor dat verschil een voorziening gevormd via de winst-enverliesrekening, tenzij het kostprijshedge-accounting model wordt toegepast. Bij het toepassen van het kostprijshedge-accounting model, is de eerste waardering en de grondslag van verwerking in de balans en de resultaatbepaling van het hedge-instrument afhankelijk van de afgedekte post. Dit betekent dat als de afgedekte post tegen kostprijs in de balans wordt verwerkt, ook het derivaat tegen kostprijs wordt gewaardeerd. Zolang de afgedekte post in de kostprijshedge nog niet in de balans verwerkt wordt, wordt het hedge-instrument niet geherwaardeerd. Het mogelijke ineffectieve deel van de hedgerelatie wordt direct in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Om het kostprijshedge-accounting model toe te passen, voldoet Meerlanden aan de vereisten van hedge documentatie en effectiviteitstesting zoals die in RJ 290 uiteen zijn gezet. In 2019 paste Meerlanden kostprijshedge-accounting toe voor een renteswap.

Deze renteswap is per 1 juli 2020 afgelopen.